Het ringen van bomen

Voor tekeningen en video, zie Natuurwerkers.nl/vogelkers.

Ongewenste soorten selectief uit een bos verwijderen (bv. exoten, uitheemse soorten op een ongewenste plaats), kan op een aantal manieren. Omzagen (ook “laag afzetten” genoemd) ligt voor de hand, maar het zorgt voor veel verstoring (andere bomen worden beschadigd) en een rommelige bosbodem die voor verder onderhoud moeilijker toegankelijk is.
Bij soorten als de Am. eik en de Am. vogelkers loopt een laag afgezette boom weer uit, waardoor je een paar jaar later een rozet van steeds dikker wordende uitlopers ziet die nog lastiger weg te krijgen is, dan de oorspronkelijke enkele stam. Met gif werken om het uitlopen te voorkomen is een noodgreep die we liever vermijden.
Een milieuvriendelijk alternatief is het ringen van bomen, waarbij de sapstromen onderbroken worden om zo de boom langzaam om zeep te helpen.

Samenvatting vogelkers ringen
  • het weghalen van een strook bast van 10-15 cm hoog rondom de stam is voldoende
  • breng de ring aan op dijhoogte (tussen knie en heup, afhankelijk van knoesten en zijtakken)
  • beschadig het hout niet, het transport van water en voedingsstoffen moet gewoon door blijven gaan om de boom uit te putten
  • schrapen is beter dan snijden of hakken
  • blijf (overlappend) schrapen tot de ring goed droog en wit is
  • bij meerstammige bomen/struiken alle stammen ringen, de kleinere zo nodig (laag) afzetten (zo valk mogelijk langs de stam)
  • haal alle takken en blad onder de ring weg
  • na 1-2 maanden de uitlopers onder de ring afslaan (evt. herhalen), uiterlijk in september voordat de boom energie vanuit de uitlopers in de wortel gaat opslaan
  • na 2-3 jaar de dode bomen verwijderen langs paden en wegen
  • wanneer: het hele jaar, in maart-november is de bast relatief zacht

Gereedschap:

  • bomen: spade (voorkeur: niet bukken bij ringen en afslaan van uitlopers)
  • voor kleinere struiken: achterkant snoeizaag, plamuurmes, winkelhaak, stalen (meet)lat(je), etc.
Bij het ringen van een boom wordt een strook (+/- 10-15 cm breed) van de bast en eventueel onderliggende lagen verwijderd. Om de essentie van deze techniek te begrijpen kijken we naar de opbouw van de stam van een boom of struik. Deze is opgebouwd uit diverse lagen:
  • De binnenste laag hout of xyleem met de jaarringen. Door de buitenste laag (het 'levende' spinthout of saphout) vindt via de capillaire houtvaten transport plaats van vocht en voedingsstoffen van de wortels naar de takken en bladeren.
  • De buitenste 'levende' laag of floëem bestaat uit schors en bast die voedingsstoffen die aangemaakt zijn in de bladeren, via de bastvaten naar de wortels voeren voor opslag.
  • Tussen de twee lagen zit het cambium, een dunne natte laag waarin aangroei van zowel de bast naar buiten toe en het vaathout met de jaarringen naar binnen toe plaatsvindt.
Biologen onderscheiden handenvol lagen met fraaie Latijnse namen, maar voor dit betoog kunnen we volstaan met slechts deze drie.

De afstervende boom zorgt nog een jaar of langer voor schaduw op de bosbodem (waardoor bessen in de grond niet direct uitlopen) en kan geleidelijk afsterven en omvallen. Wanneer de boom langs een weg of pad staat, dan is het uiteraard zaak om deze na een jaar of twee om te zagen om ongelukken te voorkomen.

Wanneer ringen?

In principe is het mogelijk om gedurende het hele jaar te ringen, hoewel de deskundigen aangeven dat het resultaat niet altijd 100% is. Ongetwijfeld heeft dat veel te maken met de lokale condities (schaduw, vocht, ondergrond, etc.) en de zorgvuldigheid van het ringen en de nazorg (afslaan). Mijn advies is om een “thuiswedstrijd” te spelen en de boom of struik te ringen, wanneer deze het meest kwetsbaar is. Een boom die uitgelopen is in het voorjaar, heeft relatief weinig energie meer in de wortel om veel uitlopers onder de ring te vormen en pas vanaf midden/eind augustus wordt die voorraad weer substantieel aangevuld. De kans om de boom snel dood te krijgen met beperkte nazorg, is dan ook in de periode mei t/m augustus. Maar bij een goede uitvoering van het ringen en voldoende nazorg is het in principe mogelijk om bij de meeste soorten het hele jaar door voldoende succes te hebben.

Deze techniek werkt zonder meer, maar is alleen de moeite waard bij grotere bomen en struiken (boven de 5-8 cm doorsnede) met een beperkt aantal stammen. Kleinere struiken kunnen uitgespit worden of hoog afgezet worden (op borsthoogte) waarna de uitlopers een aantal malen afgeslagen worden. Zie ook de gedetailleerde beschrijving van de “uitputtings”techniek (hoog afzetten en herhaald afslaan van uitlopers).

Voor meer informatie over het ringen kan je bij een zoekmachine zoeken naar het Engelstalige begrip “girdling” (gordelen) van bomen.

Zie ook Natuurwerkers.nl voor tekeningen van deze techniek en korte beschrijvingen (als as PDF).

3 opmerkingen:

  1. Heb vandaag een 20-tal bomen (esdoorn, beuk, es, Am. eik) van 30 jaar oud geringd met behulp van een bijl.
    Deed dat voordien steeds in de winter. Vandaag ging het als een fluitje van een cent omdat de bast los zat (nat cambium).
    Mijn ervaring: de boom geeft ook de pijp aan Maarten als het cambium nat gelaten wordt (wel schillen op 10 cm breed, enkel een 'kap' wordt overgroeid).

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Bart,
    Bedankt voor je reactie. Mijn ervaringen met ringen zijn hoofdzakelijk met de Am. vogelkers. Die heeft een zeer hoge sapdruk waardoor het overbruggen van ringen makkelijk optreed. Met een ring van 5 cm en grondig weg geschraapt cambium voorkom je meestal overbruggen maar dat vergt tijd. Met een lichte spade 15 cm of meer wegsteken gaat een stuk sneller (boom 10 cm doorsnede, 20-30 seconden).
    Ik heb een handvol Am. eik geringd maar die heeft een aanzienlijk hardere en taaiere bast en dat lukt meestal niet met een spade tenzij zoals jij opmerkt het cambium nat is (groei hout en bast). Daarom wordt er vaak een schilschop (schelschop) gebruikt wat in feite een scherp blad is (vorm plamuurmes) op een steel in de lengte van het blad. Een bijl geeft m.i. weinig controle en een hiep, een trekmes of een kapmes lijken mij meer geschikt. Bovendien beschadig je met scherp gereedschap makkelijker het xyleem waar de houtvaten inzitten. Maar het is een kwestie van uitproberen wat je persoonlijke voorkeur is en het makkelijkst is om een uur of meer vol te houden. En uiteraard wat het resultaat is na een paar maanden of langer!
    Voor mij blijft de spade het universele gereedschap voor ringen en spitten.
    Een enkele esdoorn en een beuk heb ik ook wel eens als proef geringd maar die spelen in de percelen waar ik werkzaam ben vrijwel geen rol. De meeste bomen lopen onder de ring weer uit m.u.v. naaldbomen waar het ringen meestal in 1 keer afdoende is. Bij loofbomen is vrijwel altijd nazorg nodig om de aflopers af te slaan. Idem bij Am. eik die in de winter laag wordt afgezet (hout oogst), 2-3 keer de uitlopers afslaan in het volgende jaar net voor het einde van het groeiseizoen.
    Vogelkers van 30 jaar heb ik gelukkig weinig in mijn percelen maar het aantal geringde vogelkers (vanaf 3-4 cm doorsnede) gaat inmiddels richting 4000. Helaas ben ik daarmee nog niet op de helft (geschat) maar het houdt me nog een paar jaar van de straat :-).
    Ik wens je veel succes met jouw projecten en hoor graag wat het resultaat op termijn is.
    Groeten.
    Boris

    BeantwoordenVerwijderen