Bestrijding van exoten (flora)

Alle planten die op een ongewenste plaats staan, zijn onkruid!
Deze ongenuanceerde bewering geeft aan, hoezeer de mens de natuur naar de hand wil zetten. Behalve “onkruid” is er nog een speciale categorie van ongewenste planten (en dieren) en wel de soorten die niet in een biotoop thuishoren c.q. daar een verstorende invloed hebben. Deze soorten zijn meestal uitheems van oorsprong en worden “exoten” genoemd. Ze zijn afkomstig uit andere streken in niet zelden andere werelddelen.
Op zich zou bv. een Afrikaanse plant die hier ook gedijt, geen probleem mogen zijn, maar het punt is dat planten die in een andere biotoop terechtkomen, daar vaak geen natuurlijke vijanden hebben, sneller kunnen groeien dan normaal en daardoor gaan woekeren. Daardoor drukken ze de inheemse soorten weg en kunnen er monoculturen ontstaan (het bos bestaat dan overwegend uit één enkele soort).
Het is altijd mooi, als er een zeker evenwicht is tussen de diverse soorten in een bos, waarbij de onderlinge concurrentie tussen de soorten niet tot een ongezond overwicht of een monocultuur leidt. Als de biodiversiteit in een gebied hoog is – veel verschillende soorten – dan is het bos ook vaak beter bestand tegen extreem weer of invasieve soorten.

De meest voorkomende exoten in Nederland zijn:
  • de Amerikaanse vogelkers
  • de Amerikaanse eik
  • de esdoorn
  • de douglasspar
Deze soorten zijn om diverse redenen hier geïntroduceerd en verdringen de lokale soorten, waardoor een bos ontstaat met minder soorten. Bij een teruggang van de biodiversiteit aan planten hoort meestal een teruggang van het aantal diersoorten en vaak is dat een vicieuze cirkel, waardoor een monocultuur ontstaat. Het resultaat kan zijn een donker bos en slechts een beperkt aantal soorten, waar vogels vrijwel geen voedsel vinden, behalve een korte periode wanneer er vruchten zijn, en waar ze vrijwel geen nesten bouwen. Ook zijn er doorgaans minder kleine zoogdieren (knaagdieren) en door gebrek aan gras en ander eetbaar groen ook geen begrazing door bv. reeën of herten.
Kortom, armoe troef en daarom is het nodig om in te grijpen en de biodiversiteit weer tot een acceptabel niveau terug te brengen. De mens is meestal de oorzaak van het verstoorde evenwicht en mag de schade dus proberen te herstellen.

Hoe pakken we een bosperceel aan?
  • Fase 1 is de sanering van een perceel door de ongewenste soorten grotendeels te verwijderen. Het kan een paar jaar duren om de exoten te doden.
  • Fase 2 is regelmatig (handmatig) onderhoud om besmetting onder controle te houden (verwijderen zaailingen). Een gesaneerd perceel moet om het jaar nauwkeurig gecontroleerd worden om een herhaling van de besmetting te voorkomen.
  • Fase 3 is het “weerbaar” maken van het bos met bv. schaduwbomen en specifieke ondergroei (grassen) om de besmetting door invasieve soorten moeilijk te maken. Ook in deze laatste fase blijft controle en het handmatig onderhoud noodzakelijk, maar zal geleidelijk naar een laag niveau terug kunnen lopen als de doelstellingen bereikt worden.
Hoe krijgen we een specifieke soort of een aantal soorten nu selectief uit een bos? Je zou natuurlijk het hele bos plat kunnen gooien en met gewenste soorten herbeplanten, maar dat is een botte-bijl-methode die we liever niet hanteren (hint aan Staatsbosbeheer... maar die hebben nu eenmaal een ander uitgangspunt).
De volgende methoden kunnen worden gebruikt:
  1. omzagen en de stobben met gif behandelen
  2. rooien van de bomen en struiken (mechanisch of handmatig)
  3. ringen van de bast en de bomen geleidelijk laten afsterven
  4. uitputting door (op borsthoogte) afzagen en herhaald afslaan van uitlopers
Elk van deze methoden van aanpak zullen we kort bespreken met de voor- en nadelen.

1. Omzagen (bij de grond) en de stobben met gif behandelen

Deze aanpak wordt nog steeds toegepast door professionele bosbeheerders. Zie het artikel
Omzagen en de stobben met gif behandelen.
Zie ook Gif in de natuur? Jakkes!


Voordelen:
– relatief snelle behandeling met motorzaag en gif
– ook met handgereedschap (beugel- of snoeizaag) door gediplomeerde vrijwilligers uit te voeren
Nadelen:
– minder geschikt voor kleinere struiken
– schade aan andere soorten door omvallende grotere bomen
– nazorg van de zaailingen blijft nodig om het perceel schoon te houden
– gif in de natuur... niet erg natuurlijk en... op lange termijn schadelijk!

2. Rooien van de bomen en struiken

Het verwijderen van de overlastvegetatie met wortel en tak is natuurlijk de mooiste oplossing, want je bent er in één keer vanaf. Zie het artikel Rooien van de bomen en struiken.

Voordelen:
– handmatig uit te voeren door vrijwilligers
– geen uitlopende stobben
Nadelen:
– bij mechanisch rooien wordt de bodem teveel omgewoeld (veel zaailingen) en is er veel schade aan andere soorten, nog afgezien van de verstoring van het bos
– de zaden blijven achter in de bodem, tenzij deze “geplagd” wordt (afschrapen) om een arme biotoop voor o.a. heide en andere pioniers van de zandgrond te vormen
– zwaar werk bij handmatige aanpak met beperkt bereik, maar goed te combineren met het ringen van de grotere bomen en struiken die niet uit te spitten zijn

3. Ringen van de bast en de bomen geleidelijk laten afsterven

Dit is een beproefde techniek die wel correct uitgevoerd moet worden voor voldoende resultaat. Zie het artikel Het ringen van bomen.
Voordelen:
deel van de schaduw blijft intact waardoor er minder zaailingen opkomen
handmatig uit te voeren door vrijwilligers
fysiek niet extreem zwaar werk
Nadelen:
bewerkelijk, vergt veel tijd bij handmatige uitvoering
nazorg blijft nodig (afslaan van uitlopers onder de ring)
dood hout moet in tweede instantie langs paden verwijderd worden (veiligheid)

Voor tekeningen en video, zie Natuurwerkers.nl/vogelkers.

4. Uitputting door afzagen en herhaald afslaan van uitlopers

Zie het artikel over deze methode De uitputting-strategie.

Voordelen:
– met eenvoudig gereedschap door vrijwilligers uit te voeren
– te combineren met het rooien van de kleinere struiken
– geen gif in de natuur
Nadelen:
– bewerkelijk (4-5 keer door het perceel heen)
– vergt minimaal 2 jaar om een perceel te saneren
– middelzwaar werk (staand zagen en afslaan uitlopers)

______________________________________________________________________


Zie verder Het combineren van bestrijdingsmethoden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten